Enjay Systems Roosendaal

De stijgende gasprijzen dwingt zelfs de grootste klimaatontkenner te kijken naar mogelijkheden om energie te besparen. Greentech bedrijf Enjay Systems Roosendaal speelt hier slim op in met hun warmte terugwin-installatie. ‘Er zijn 1000 manieren om je als bedrijf bezig te houden met groene energie, dit is er eentje van’ zegt Pieter-Jan van Linden, directeur Europa. ‘Energieverspilling is niet langer een optie. Ons doel is de wereldwijde CO2-uitstoot met 1 procent te verminderen voor 2050.’

Enjay Systems ontwikkelde het Lepido systeem, een warmte terugwin-installatie gemaakt voor sterk verontreinigde lucht, zoals bijvoorbeeld in de horecakeuken. Simpel gezegd gebruikt het systeem de warmte uit de professionele keuken om terug de horecazaak in te voeren. Het ingenieuze systeem van Lepido haalt de bruikbare warmte uit de afvoerlucht en gebruikt die om de inkomende, schone lucht te verwarmen. Het was eerder onmogelijk om dit met de vervuilde lucht te doen omdat bijvoorbeeld roet en vet, telkens de systemen vervuilen en blokkeren. Het resultaat: enorme energie- en kostenbesparing.

Gigantische besparing

Over welke concrete bedragen we spreken is afhankelijk van de omvang van de keuken, de drukte in het restaurant en de buitentemperatuur. Burger King Scandinavië, de eerste klant van Enjay Systems, bespaart per restaurant zo’n €10.000 per jaar aan stookkosten. ‘Het is een investering die zich binnen 3 tot 4 jaar terugverdient’, aldus Van Linden. ‘Elk bedrijf met ons systeem kan rekenen op een gigantische besparing.’ In BN de Stem zei Van Linden: ‘Als alle restaurants in de EU Enjay-apparatuur zouden installeren, bespaart dat een uitstoot van 54 miljoen ton CO2 en wordt voor 16,5 miljard euro energie teruggewonnen.’

Roosendaal wil vooruit

Het eerste Nederlandse bedrijf dat de Lepido in gebruik heeft, is het Roosendaalse multi activity center Playdome. ‘Nicky Broos is een ras ondernemer en zag direct de voordelen. In september hebben we daar twee systemen geplaatst.’ Ook voor het Hooihuis, de Lodge Visdonk, McDonalds, Burger King en het Berencafé zou de Lepido een interessante investering kunnen zijn, meent van Linden. ‘Maar denk ook aan industriële toepassingen zoals bij Cloetta. We zoeken ondernemers die meegaan met hun tijd en het verschil willen maken’, vertelt hij. ‘Roosendaal is een stad gericht op de toekomst. Ze willen vooruit. En als je hier eenmaal zit, zijn de linkjes snel gelegd, dat is fijn voor een opstartend bedrijf. Net als de goede contacten bij de gemeente, met name met wethouder Klaar Koenraad. Mensen zijn hier vriendelijk, behulpzaam en makkelijk te benaderen terwijl je toch alle faciliteiten van een grote stad hebt’, vindt Van Linden. Een ander voordeel is dat hij op loofafstand van zijn kantoor in het Wenneker woont.

Rugby als rode draad

Van Linden woont overigens pas twee jaar weer in Nederland. Als gepassioneerde rugbyer, begonnen bij Rugbyclub Roosendaal, reisde hij de wereld over om te spelen bij clubs in Engeland, Duitsland, Bahrein en Dubai. Hoewel Van Linden op hoog niveau speelde, was het hem al snel duidelijk dat hij er niet zijn brood mee kon verdienen. Met een technische opleidingen en ervaring in de sales, werd hij, ter ondersteuning van zijn rugbycarrière, vertegenwoordiger van verschillende internationale bedrijven. Want niet alleen rugby, maar ook reizen werd een geliefde bezigheid.

‘Waar ik ook heen ging, er móest een rugbyclub zitten. Bij rugby heb je te maken met dezelfde type mensen. Als je een wedstrijd hebt gespeeld, dan ken je elkaar wel. Je maakt snel nieuwe vrienden of in ieder geval kennissen’, lacht Van Linden. Hij beëindigde zijn carrière als rugbyspeler in Dubai en besloot als trainer verder te gaan. Terug op het oude nest in Roosendaal is hij niet alleen trainer maar ook voorzitter van de rugbyclub waar ook drie van zijn vier kinderen sporten.

‘Als je nog iets wilt doen voor de wereld, moet je nu beginnen’

In Dubai, toen nog werkzaam in de bouwliften, kwam Van Linden de Zweed Jesper Wiren tegen en de twee raakten goed bevriend. Eenmaal terug in Zweden startte Wiren met compagnon Nils Lekeberg het bedrijf Enjay Systems. Van Linden werd benaderd om de verkoopkanalen in Europa op te zetten en zo kwam een Zweedse startup in Roosendaal terecht.

‘Vanuit Roosendaal houd ik me bezig met het algemene management binnen Europa, Scandinavië en Engeland uitgesloten. Ik zorg dat alles geregeld is voor de verkoop, installatie en het serviceonderhoud.’ Voor dit jaar moet Nederland op poten staan en wordt het bedrijf verder opgezet in Duitsland en Frankrijk. ‘Europa heeft een enorme drive om groen te gaan. De woestijnen liggen vol troep en ik was ook geen koploper wat betreft duurzaamheid. Toen ik terugkwam uit Dubai kon ik niet geloven dat ze hier zo bezig waren met afval scheiden en elektrische auto’s. Door dit bedrijf ben ik ook bewuster gaan leven. Ik voel de noodzaak en zie de consequenties. Je kunt jezelf niet meer recht in de spiegel aankijken als je helemaal niks doet. Als je nog iets wilt doen voor deze wereld, moet je nu beginnen.’

‘Een goed moment om door te pakken’

Van die noodzaak is ook de Nederlandse horecabranche doordrongen. In februari sleepte Enjay Systems als overall winnaar de Horecava Innovatieprijs binnen. ‘Dit is een super belangrijke prijs voor ons. Ik sta er van te kijken dat wij gewonnen hebben. Niet die fantastische bakoven of de nieuwste designstoel, maar een product dat zich boven het plafond begeeft. De horeca is duidelijk bezig met vergroening en duurzaamheid. Ik ben er hartstikke blij mee. Een goed moment voor ons om door te pakken’

De eerste wereldwijde installatie was bij een Burger King in Zweden, waar de vrouw van grondlegger Jesper Wiren manager was. Inmiddels is heel Burger King Scandinavië om naar Enjay-apparatuur. ‘Daar is een traject van 5 jaar aan vooraf gegaan’, legt Van Linden uit. ‘Momenteel zitten we in een zelfde soort traject met KFC Nederland. We hopen daar ook een voet tussen de deur te krijgen. Van huis uit heeft Enjay Systems naar de horeca gekeken als afzetmarkt. Ik verwacht dat we in de toekomst onze blik richten op de industrie. We kijken bijvoorbeeld al naar wasserettes en een chipsfabriek, ook zij kunnen hun vervuilde lucht omzetten en hergebruiken. De toekomst biedt nog veel meer mogelijkheden.’