Ingenieursbureau Maters en De Koning

De video-impressie op de website van Stadsoevers spreekt tot de verbeelding. Het is een zonnige dag en Roosendaal bruist. Een concert op een ponton in de Zwaaikom, picknicken op de grote treden langs de Kade. Maar voor de luxe appartementen, de fluisterbootjes en flanerende mensen voet aan wal kunnen zetten, realiseert ingenieursbureau Maters en De Koning de basis.

‘Je kunt hier echt genieten aan het water’, vertelt Huub Claessens terwijl hij wandelt langs “zijn” Stadsoevers. Als projectleider bij Maters en De Koning was hij medeverantwoordelijk voor de herinrichting van de Roosendaalse Vliet. Een rondleiding langs de kade onthult het zichtbare en onzichtbare werk dat hier de afgelopen drie jaar is verzet. Het architectonisch ontwerp is van architect Donald Marskamp, de uitgewerkte tekeningen en berekeningen verzorgde het ingenieursbureau. ‘Deze vier, brede treden zijn populair om op te zitten, die kleine trap daarnaast heb ik zo ontworpen dat hij daarop precies aansluit’, vertelt Claessens enthousiast. 

Open voor de Pakjesboot

Van de slimme afvoer van regenwater tot aan de trapbeugels waaraan je je uit het water kunt optrekken. Over elk detail is nagedacht: het moet mooi en functioneel zijn. ‘Die gele brug is een civieltechnisch paradepaardje, dat kan zo in alle vakbladen’, volgens Claessens. ‘Hiervoor zat mijn collega Vincent in het bouwteam. Kijk, de brug zweeft en kan via deze rails openschuiven. Dat is eigenlijk in eerste instantie gedaan voor de Pakjesboot zodat de aankomst van Sinterklaas hier kan plaatsvinden.’ Het stukje achterland is van de hand van Claessens. Het flinke hoogteverschil maakt de afvoer van regenwater een uitdaging. Gepassioneerd vertelt hij over de helling van 5 graden, het gescheiden watersysteem en de enorme gasleiding waar omheen gewerkt moest worden. ‘En die bolders zijn bijvoorbeeld mijn idee’, hij wijst op de grijs met witte objecten. ‘Vind ik mooi. Ze komen origineel uit de Rotterdamse haven waar de grotere zeeschepen hun trossen omheen kunnen slaan.’

Levendigheid langs de Vliet

‘Nu komen hier geen schepen meer, maar vroeger vond je langs de Vliet verschillende watergebonden bedrijven’, vertelt Huub Claessens. ‘Met Stadsoevers wil de gemeente Roosendaal haar centrum verlengen en daarmee het water benutten. Dat zie je op steeds meer plekken gebeuren, zoals in Breda, Steenbergen en Oudenbosch, allemaal projecten waaraan wij hebben gewerkt. Roosendaal steekt haar nek uit, met projecten als Stadsoevers durven ze iets vets neer te zetten. Hier komt écht een toffe wijk, hier komt levendigheid. Dat gaat alleen nog wel even duren aangezien de gemeente de bouwblokken één voor één uitgeeft in plaats van alles in een keer. Ons werk is af maar de volle allure krijgt het pas over tien tot vijftien jaar.’

Stadsoevers betekende voor Claessens ook een stap hogerop de carrièreladder. De projectleider verliet het project halverwege waardoor hij zijn taken deels heeft kunnen overnemen. ‘Ik ben als stagiair in 2009 binnengekomen bij Maters en De Koning en daarna als tekenaar begonnen in de wegenbouw en waterbouw. Als je hier begint, ga je of de constructie of de modelleerkant op. Ik ben vanaf het begin in het tekenwerk gerold. Dat komt ook een beetje door de opleiding. De hogeschool in Tilburg, waar ik civiele techniek heb gestudeerd, is meer gericht op tekenen terwijl je je in Rotterdam meer focust op constructie. Ik zit aan de infrakant, in die functie kan ik mijn kennis en creativiteit kwijt.’

In de Roosendaalse Dregtstraat kreeg Claessens van de gemeente alle vrijheid. De opdracht luidde: “Zoveel mogelijk parkeerplekken en zo veel mogelijk groen. Je hebt van gevel tot gevel, dus vul maar in.” ‘Dat komt natuurlijk door de vertrouwensrelatie die we hebben met de gemeente Roosendaal. Daar hebben we jarenlang aan gewerkt en onszelf bewezen als goede partner. Het is leuk om aan mijn eigen stad te kunnen bouwen. Ik vind het tof dat mijn werk gezien wordt, daar krijg ik energie van.’

'Die vrijheid krijg ik ook op kantoor maar wij zeggen hier: “Vrijheid is verantwoordelijkheid”. We zijn erg vrij in wat we willen en doen, ook agenda technisch. Maar dat moet je uiteraard wel verdienen.’

Van de Rotterdamse haven tot een bruggetje in Zundert

Maters en De Koning is 25 jaar geleden opgestart door Roosendaler Ger Maters en zijn compagnon Dick de Koning uit Capelle aan de IJssel. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot ca. 45 werknemers die zijn verdeeld over kantoren in Rotterdam en in Roosendaal. Het ingenieursbureau houdt zich bezig met ontwerpen en constructies van gebouwen, wegen, waterbouw en industrie. ‘Die variatie is leuk. Een klein bedrijf heeft meestal een specialisatie en grote bedrijven hebben specifieke afdelingen. Ik heb een collega die bij zijn vorige werkgever drie jaar lang geluidsschermen heeft getekend, dat is niet echt inspirerend. Wat het werk voor mij hier zo leuk maakt is de diversiteit aan projecten. De ene keer werk je aan de grootste kades van Rotterdam en de andere keer maak je een bruggetje in Zundert.’

Continu op zoek naar talent

Ondanks dat het ingenieursbureau zijn 25-jarig jubileum viert en grootse projecten binnen en buiten de gemeente uitvoert, ontbreekt het aan echte bekendheid. ‘Ik kende Maters en De Koning ook niet, maar kwam dankzij een tip tijdens mijn studie hier terecht. Inmiddels genereren we ook daar meer bekendheid door aan te sluiten op bedrijvendagen op hogescholen. En zo zijn we binnen Roosendaal al jaren betrokken bij de Jeugdronde met onze eigen wielerploeg. We zijn een officieel leerbedrijf en continu opzoek naar talenten. Bovendien vind ik het leuk om mijn kennis en kunde te delen met jonge mensen.

Ook Ivo, Richard en Rob zijn, net als ik, hier begonnen als stagiair. Als je ons bedrijf eenmaal kent, ga je hier niet meer weg. Je hebt hier alle vrijheid en ruimte om jezelf te ontwikkelen. Als ik morgen zeg dat ik de constructiekant op wil, dan maken ze dat mogelijk. En ook de bedrijfsuitjes zijn altijd geslaagd. Elk jubileum gaan we een weekend weg, zo ook deze zomer. We hebben het heel leuk met z’n allen.’